Teruggave BPM op losse schroeven?

4115779_fe0711eba1_tLeasemaatschappijen, verhuurders, autohandelaren en alle partijen die auto’s exporteren opgelet! De Rechtbank te Breda heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over de teruggaafregeling van de BPM. Getwijfeld wordt of de heffing van het volle bedrag van de BPM als de auto de weg op gaat en de teruggave van de rest-BPM nadat de auto is uitgevoerd, wel in lijn is met het EG-recht, met name met het vrije verkeer van diensten.  Zo meldt www.aives.nl vandaag op basis van een bericht hierover van Loyens & Loeff. Als dit echt in strijd is met het EG-recht dan zou dit de sector regelrecht op zijn kop zetten. Laten we hopen dat het niet zo is. De branche is net zo blij dat het sinds kort de BPM terug kon krijgen bij het exporteren van auto’s die op kenteken zijn gezet sinds 16 oktober 2006. Nederland kon eindelijk mee gaan doen in Europa met de verkoop van occasions. Eerder was de export van gebruikte auto’s uit ons land verwaarloosbaar ten opzichte van andere landen, want onze auto’s waren door de BPM gewoon veel te duur voor het buitenland.

Het gaat om de navolgende casus.
BV X least bij een in Duitsland gevestigd autoleasebedrijf een auto met Duits kenteken. BV X stelt deze auto ter beschikking aan zijn in Nederland woonachtige directeur. Deze directeur gebruikte de auto hoofdzakelijk in Nederland en had daarom geen recht op vrijstelling van BPM.
Er is aangifte gedaan van de wettelijk verschuldigde BPM. Het bezwaar is afgewezen, waartegen vervolgens beroep is ingesteld.
In geschil is het antwoord op de vraag of de heffing van het volle bedrag van de BPM in strijd is met het EG-recht, ondanks de sinds 16 oktober 2006 in de Wet BPM aanwezige teruggaafregeling. Tussen partijen staat vast dat de auto niet is bestemd voor duurzaam gebruik in Nederland.
De Rechtbank overweegt dat er mogelijk strijd is met het vrije verkeer van diensten omdat eerst het volle bedrag van de BPM wordt geheven en na uitvoer het restant van de BPM wordt terugbetaald. Ter zake van deze terugbetaling wordt geen rente vergoed.
Ook vraagt de Rechtbank zich af of de huidige wettelijke regeling geen belemmering opwerpt voor het vrije verkeer van diensten en als dit het geval is, of daar voldoende rechtvaardigingsgronden voor zijn.

De Rechtbank heeft de volgende vragen aan het Hof van Justitie gesteld:
1. Staat het gemeenschapsrecht, in het bijzonder het beginsel van het vrij verkeer van diensten zoals omschreven in artikel 49 tot en met 55 EG (thans artikel 56 tot en met 62 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), in de weg van een nationale wettelijke regeling, krachtens welke een in Nederland woonachtige of gevestigde persoon die een in een andere lidstaat geregistreerde en gehuurde auto in Nederland gebruikt, verplicht is om ter zake van de aanvang van het gebruik met dit voertuig van de weg in Nederland een belasting te betalen, waarbij aanvankelijk het volle bedrag aan belasting wordt gevorderd en achteraf, na beëindiging van het gebruik met dit voertuig van de weg in Nederland, een teruggaaf zonder vergoeding van rente wordt verleend van het restbedrag aan belasting, waardoor per saldo het verschuldigde en betaalde bedrag overeenstemt met de duur van het gebruik in Nederland?

2. Indien bedoelde wettelijke regeling moet worden beschouwd als een belemmering van het beginsel van het vrij verkeer van diensten zoals omschreven in artikel 49 tot en met 55 EG (thans artikel 56 tot en met 62 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), is daarvoor dan een rechtvaardigingsgrond te vinden in de gelijke behandeling van alle auto’s die in Nederland voorhanden zijn alsmede het (daarmee samenhangende en daaruit voortvloeiende) voorkomen van misbruik en/of in het voorkomen van omgekeerde discriminatie van zowel binnenlandse verhuurders als hun cliënten, aangezien ook bij binnenlandse verhuur vooraf het volle bedrag aan belasting moet worden voldaan?

De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof naar aanleiding van vorenstaand verzoek uitspraak heeft gedaan.

Rechtbank Breda d.d. 18 januari 2010, zaaknummer AWB 09/2685
Opmerking Loyens & Loeff: de vraag is of de wettelijke regeling aangepast moet worden. Zo ja, is het dan voldoende om rente te vergoeden over het terug te geven bedrag aan BPM, of moet de hele regeling op de schop. Is het dan wel toegestaan om eerst het volle bedrag aan BPM te heffen en later teruggaaf te verlenen of zou de huidige wettelijke regeling vervangen moeten worden door bijvoorbeeld een heffing per maand (zoals destijds was voorgesteld)? Zou dat laatste het geval zijn, hebben de buitenlandse leasemaatschappijen, die dan slechts een bedrag per maand betalen, dan geen financieringsvoordeel ten opzichte van Nederlandse leasemaatschappijen die ter zake van de registratie van de auto het volle bedrag aan BPM moeten financieren?
Kortom, een spannende zaak. Het zal enige tijd duren voordat het Hof van Justitie arrest heeft gewezen.

Lees ook:Kamer steunt nieuwe autobelastingen
Lees ook:Regels rond privégebruik leaseauto veranderen
Lees ook:Haal meer uit je laatste btw-aangifte over 2015
Lees ook:Nieuwe auto bestel je online, gewoon bij de koffie
Lees ook:Rijles in elektrische auto

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.